Een medewerker van Cordaan vertelt de ombudsman dat twee van zijn licht verstandelijk beperkte cliënten (lvb'ers) dakloos dreigen te worden. Zij wonen nu onder begeleiding bij Cordaan maar het CIZ verlengt hun indicatie niet langer omdat hiervoor geen grondslag zou zijn. Zijn cliënten hebben echter een duidelijke hulpvraag, horen binnen de zorg en passen perfect binnen de locatie waar ze momenteel verblijven. De gemeente kan hen ook geen andere plek bieden. Met de overgang van de AWBZ naar de WMO is deze zorgvorm onder de gemeente komen te vallen. Het is de hulpverlener dan ook niet duidelijk waarom zijn cliënten geen opvang meer krijgen. De ombudsman wijst de begeleider erop dat de gemeente een oplossing heeft gecreëerd voor lvb'ers die tussen wal en het schip vallen, de noodregeling Tijdelijke Urgente Zorg (TUZ). Hij geeft hem tevens de gegevens voor de Centrale Toegang Beschermd Wonen van de gemeente. Enkele weken later laat de begeleider weten dat hij heeft kunnen regelen dat zijn cliënten worden besproken op de TUZ tafel. De ombudsman heeft hem verzocht om te laten weten hoe dat is afgelopen en wat nu precies de knelpunten waren, maar heeft hier nog geen bericht over ontvangen.