Een moeder komt op het spreekuur van de ombudsman omdat er geen goede huisvesting is voor haar dertigjarige zoon die zeer binnenkort uit de Jellinek kliniek ontslagen wordt. Hij heeft een indicatie voor beschermd wonen, maar moet zes maanden tot een jaar wachten tot er een plek is. Zijn begeleider bij ggz-Ingeest heeft overal nagevraagd, maar er is uitsluitend in de nachtopvang plek. De kans op terugval is daar groter dan in een rustige omgeving. Zijn moeder kan hem, mede vanwege haar thuiswonende dochter, niet thuis hebben. De ombudsman doet navraag naar de situatie bij de Centrale Toegang Beschermd Wonen (CTBW). CTBW heeft de aanvraag pas net ontvangen en er was nog aanvullende informatie gevraagd. CTBW heeft desondanks op basis van de huidige informatie al beschikking oer een Beschermd Wonen plek. Er is per direct een plek voor de man beschikbaar, maar dan wel in een andere provincie.