Rapporten en zaakverslagen
Rapport -Amsterdam (zaaknr.: RA0713780)
De ingangsdatum van een bijstandsuitkering
07-08-2007
Een vrouw dient in juni 2005 bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) een aanvraag voor een bijstandsuitkering in. Omdat zij een verkeerd formulier meekrijgt is er een nieuwe afspraak voor juli gemaakt. Na overdracht van de aanvraag stelt de Dienst Werk en Inkomen (DWI) de aanvraag op 30 augustus buiten behandeling omdat verzoekster ondanks een hersteltermijn niet alle gevraagde stukken heeft ingeleverd. Als na de nieuwe aanvraag de gegevens wel allemaal op orde zijn, wordt als ingangsdatum voor de uitkering voor 7 september gekozen.
Zij tekent bezwaar aan tegen deze ingangsdatum, maar de dienst blijft erbij dat de tweede aanvraag geldt als startdatum.
De vrouw legt de zaak voor aan de ombudsman. Uit zijn onderzoek blijkt dat de vrouw de kans had om binnen een hersteltermijn te reageren, maar dat ze dat niet had gedaan. Ook zijn er geen aanwijzingen dat zij de dienst tijdig geïnformeerd heeft over een latere aanlevering van de stukken.
De ombudsman is daarom van mening dat de dienst niet onbehoorlijk gehandeld heeft door de uitkering te laten ingaan op de datum van de tweede aanvraag. Het fair play-vereiste, waaraan in deze zaak getoetst is, is dus niet geschonden.
Zij tekent bezwaar aan tegen deze ingangsdatum, maar de dienst blijft erbij dat de tweede aanvraag geldt als startdatum.
De vrouw legt de zaak voor aan de ombudsman. Uit zijn onderzoek blijkt dat de vrouw de kans had om binnen een hersteltermijn te reageren, maar dat ze dat niet had gedaan. Ook zijn er geen aanwijzingen dat zij de dienst tijdig geïnformeerd heeft over een latere aanlevering van de stukken.
De ombudsman is daarom van mening dat de dienst niet onbehoorlijk gehandeld heeft door de uitkering te laten ingaan op de datum van de tweede aanvraag. Het fair play-vereiste, waaraan in deze zaak getoetst is, is dus niet geschonden.