Een man wil het huis van zijn grootmoeder in de gemeente Waterland  verbouwen. Hij voert hier vooroverleg over met de gemeente. Eind 2015 dient hij een bouwaanvraag in. Hij heeft contact met een beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening en de wethouder. Daaruit maakt de man op dat de gemeente positief tegenover zijn plannen staat. Wel moet het bouwplan zodanig worden aangepast dat het bouwoppervlak (bijna) geheel gelijk is aan het bouwoppervlak van de oude woning. De man overlegt vervolgens een aangepaste bouwtekening maar deze wordt opnieuw door de gemeente afgekeurd. Als de man bij de gemeente informeert aan welke afmetingen de bouw precies moet voldoen, krijgt hij te horen dat deze informatie niet verstrekt kan worden. De man vind dit vreemd aangezien deze informatie alleen bij de gemeente bekend is. Hij probeert de benodigde informatie bij andere instanties zoals het Kadaster te verkrijgen maar die beschikt niet over deze informatie. De man zoekt contact met de coördinator Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente. Ook staat een nieuw gesprek met de gemeente gepland over de bouwaanvraag. Bij die gelegenheid zal hij opnieuw een aangepaste bouwtekening overleggen in de hoop dat die zal worden goedgekeurd. In ieder geval zal hij de leges van zo’n € 6.000,- moeten voldoen. De man vertelt dat hij liever niet tegen een afwijzing in bezwaar en beroep gaat. Wel vindt hij het lastig dat de gemeente haar aanvankelijk positieve standpunten en toezeggingen over de bouwplannen nooit schriftelijk heeft vastgelegd. Alle contacten met de gemeente verlopen mondeling en telefonisch. De ombudsman adviseert de man het gesprek met de gemeente af te wachten. Als dit niets oplevert kan hij opnieuw naar de ombudsman komen.