Een vrouw heeft een progressieve spierziekte. Ieder jaar doet ze bij de gemeente Amsterdam een beroep op bijzondere bijstand voor de extra kosten die ze als gevolg van deze ziekte moet maken. Omdat dit ieder jaar problemen oplevert is in 2015 afgesproken dat ze haar aanvraag via de mail bij een teammanager mag doen. Helaas loopt de aanvraag ook dit jaar mis. Als ze na ruim 8 weken nog altijd niets gehoord heeft vraagt ze de ombudsman om hulp. Die neemt contact op met de gemeente. De teammanager is afwezig, dus het blijft onduidelijk wat er met de mail van de vrouw is gebeurd. De aanvraag wordt wel met spoed opgepakt en de bijzondere bijstand wordt toegekend. De betrokken medewerker neemt contact op met de vrouw omdat er wat onduidelijkheden zijn en zij misschien wel recht heeft op meer bijzondere bijstand. De ombudsman is zo verheugd over de manier waarop de betrokken medewerker dit heeft opgepakt dat de medewerker het bloemetje van de maand zal krijgen. In overleg met de vrouw wordt het dossier gesloten.