Rapporten en zaakverslagen
Bbz-uitkering voor kleine ondernemer
13-12-2016
Een zelfstandig ondernemer kan door de crisis het hoofd niet meer boven water houden. Daarom vraagt hij een Bbz-uitkering aan. De gemeente wijst een Bbz-krediet af omdat de onderneming niet levensvatbaar is. Gezien de leeftijd van de man (in 2017 bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd) kent de gemeente hem in 2015 gedurende een half jaar een uitkering toe in het kader van bedrijfsbeƫindiging. De man ziet echter nieuwe kansen voor zijn bedrijf en hij zet de onderneming voort. Medio 2016 merkt hij dat er toch onvoldoende inkomsten zijn en hij dient in juli 2016 een Bbz-aanvraag voor levensonderhoud in. De gemeente vraagt hem om diverse stukken in te leveren. De man stelt dat die gegevens al bij de gemeente bekend zijn. Daarop wijst de gemeente de aanvraag af. De man dient bij de burgerraadsman een klacht over de gang van zaken in en er volgt een gesprek met de gemeente. Wanneer dat geen resultaat oplevert, brengt de burgerraadsman de man in contact met de ombudsman. Die bezoekt het bedrijf van de man en bespreekt de kwestie met de gemeente. De gemeente zegt toe de zaak opnieuw in behandeling te nemen als de man bepaalde stukken aanlevert die voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn. Dat doet de man en een week later besluit de gemeente de aanvraag met ingang van de aanvraagdatum in juli toe te kennen.