Een vrouw bezit een boot, waarmee zij vaart in Amsterdam. Omdat zij aanmeert in de wateren van Amsterdam dient zij havengeld te betalen. In eerste instantie werd haar een korting op het te betalen havengeld toegezegd. De gemeente en Waternet kwamen echter op deze toezegging terug. De vrouw vraagt om opheldering maar krijgt geen antwoord. Ze meldt dit aan de ombudsman. Omdat het beleid van de ombudsman is dat eerst de gemeente in de gelegenheid gesteld dient te worden om op de klacht te reageren stuurt de hij de klacht op verzoek van de vrouw door. Als ze het niet eens is met de afhandeling van haar klacht mag zij opnieuw bij hem komen. Tot die tijd sluit de ombudsman het dossier.