Een man vraagt de ombudsman om hulp omdat hij vindt dat er niets met zijn fraudemelding wordt gedaan. Als de ombudsman de stukken bekijkt ziet hij dat de fraudemelding over zijn ex-vrouw gaat. Er zouden volgens de man illegaal Filipijnen bij haar wonen. De ombudsman informeert bij de afdeling Wonen. Die zegt dat al aan deze man is uitgelegd dat er onderzoek is gedaan en dat dit met met de betrokkenen is besproken. De uitkomst van het onderzoek wordt bijna nooit met de melder of degene die geen directe belanghebbende is, besproken. De dienst laat weten dat ze nog eens met de man contact op zullen nemen om een en ander uit te leggen. De ombudsman sluit het dossier.