Een man belt de ombudsman, omdat hij t/m maart drie uur huishoudelijke hulp kreeg. Vervolgens werd de hulp teruggedraaid naar anderhalf uur. Nadat de man tegen deze beslissing in bezwaar ging zou hij weer 3 uur hulp ontvangen. Vervolgens laat hij weten dat hij hierover een beslissing heeft ontvangen en nu tweeëneenhalf uur hulp krijgt. Daar is hij op zich blij mee, maar hij zal pas eind september weer de toegezegde drie uur hulp krijgen. De ombudsman ziet hierin aanleiding om navraag te doen bij de gemeente. De gemeente laat weten, dat de man  een toekenning tot 2012 een toekenning had voor drie uur hulp, vervolgens kreeg hij een toekenning voor tweeëneenhalf uur en dit werd teruggebacht tot anderhalf uur. Omdat de man aangaf dat dit te weinig was, is zijn zaak opnieuw bekeken en is hij teruggegaan naar tweeëneenhalf uur. De gemeente heeft de man hier zelf over gesproken en het uitgelegd. De man heeft aangegeven, dat hij tevreden is met de tweeëneenhalf uur en heeft blijkbaar dingen door elkaar heeft gehaald. De ombudsman sluit het dossier.