Een man kan vanwege persoonlijke problemen niet voldoen aan zijn inburgeringsplicht. De gemeente legt hem een boete op, die hij niet voldoet, maar door de problematische situatie waarin hij zit reageert hij ook niet op post van de gemeente. Uiteindelijk wordt er bankbeslag gelegd. Om het beslag weer op te heffen wordt een betalingsregeling getroffen en zijn de kosten enorm opgelopen. Vanwege de problematische situatie van de man, vraagt zijn gemachtigde de gemeente de boete te heroverwegen. Dit leidt in eerste instantie niet tot het gewenste resultaat. Na een formele klachtafhandeling wendt de advocate zich tot de ombudsman en de wethouder. De gemeente beziet de zaak opnieuw en vraagt de advocaat om aanvullende stukken waaruit de situatie van de man duidelijk wordt zodat zij een weloverwogen oordeel kan vellen. Dit alles leidt er toe dat de gemeente tot een ander oordeel komt, de boete en extra kosten komen te vervallen. De gemeente zal het reeds betaalde bedrag terugstorten op zijn rekening.  De man en zijn advocate zijn verheugd over deze beslissing en de ombudsman sluit het dossier.