Een man heeft zijn auto geparkeerd in een parkeergarage in Amsterdam. Hij maakt gebruik van de door de gemeente (parkeerplan DIVV) in het leven geroepen regeling waarmee auto's, die langere tijd niet in gebruik zijn, gratis en zelfs met subsidie in de daartoe aangewezen parkeergarages geparkeerd kunnen worden. De man blijkt op enig moment toch gebruik te willen maken van zijn auto en wil de parkeergarage uitrijden. Door een verkeerde registratie van de gemeente blijven de slagbomen gesloten. Om toch te kunnen uitrijden moet hij een dagkaart van 47,50 euro  kopen. De man wil het bedrag van de door hem betaalde dagkaart terug ontvangen. Hoewel de gemeente erkent dat de man om administratieve redenen niet kon uitrijden, kunnen zij de dagkaart niet vergoeden, omdat de afdeling "garageparkeren" hierover gaat. Deze dienst zou de dagkaart niet willen vergoeden. Omdat het niet kunnen uitrijden van de man een rechtstreeks gevolg is van de onjuiste administratie van de gemeente verzoekt de ombudsman in het kader van '1 stad 1 dienstverlening' de kosten voor het uitrijden alsnog aan de man te vergoeden. De gemeente komt aan het verzoek van de ombudsman tegemoet . De ombudsman sluit het dossier. Vervolgens komt de man terug, omdat hij de subsidie voor lang parkeren in een garage niet heeft ontvangen. De ombudsman doet navraag en verneemt dat deze bij de volgende betaalronde zal worden uitbetaald. De ombudsman vraagt de man de betaalronde af te wachten, omdat het hier een uitzonderlijke situatie betreft (de auto staat op naam van een ander die niet meer geregistreerd staat) en sluit het dossier.