Een man bezoekt het spreekuur van de ombudsman met veel vragen over een subsidie die de gemeente heeft verstrekt. Hij heeft een bedrijfje dat soep maakt. De gemeente heeft subsidie aan een stichting vertrekt met betrekking tot een foodhal. Het is de man niet duidelijk om hoeveel geld het in totaal gaat en waarom hij op zijn beurt maar zo weinig geld van de stichting heeft gekregen. Omdat de man nog geen klacht heeft ingediend bij de gemeente, verwijst de ombudsman hem eerst door naar de gemeente. De ombudsman laat de man weten dat hij, indien hij het niet eens is met de afhandeling van de klacht, zich te allen tijde weer tot de ombudsman kan wenden.