Een voetbalcoach vertelt een vader dat diens zoon niet meer welkom is op de club. De reden is vader onbekend maar hij vermoedt dat het te maken heeft met zijn eigen schorsing van de club. Hij zoekt iemand die hen in deze kwestie kan begeleiden. Het is niet aan de ombudsman zich hierin te mengen. De ombudsman wijst de man op de vertrouwenspersoon Sport van de gemeente, die zich inzet voor een veilig sportklimaat. Wellicht kan zij iets betekenen.