Rapporten en zaakverslagen
Procedure na afwijzing bijstandsuitkering
13-12-2017
Een man verhuist na vijf jaar in Engeland te hebben gewoond weer terug naar Nederland. Hij vraagt een uitkering aan en gaat op zoek naar een eigen woning. ALs hij na enige tijd te maken krijgt met de afdeling handhaving van WPI spant hij een rechtszaak aan. In de rechtszaak wordt hij in het gelijk gesteld. Enige tijd later wordt handhaving opnieuw ingeschakeld omdat de man niet zou hebben gereageerd op een rechtmatigheidsonderzoek. Zijn uitkering wordt beëindigd. De man gaat tegen deze beslissing in bezwaar en dient een nieuwe aanvraag voor een bijstandsuitkering in. Zijn bezwaar wordt ongegrond verklaard en bovendien zou zijn aanvraag niet bij WPI bekend zijn. De man is het hier niet mee eens en dient alsnog een aanvraag in. Hij gaat in beroep tegen de afwijzing van zijn bezwaar en wordt door de rechter in het ongelijk gesteld. Hij gaat vervolgens in hoger beroep en neemt contact op met de ombudsman. De ombudsman geeft aan dat hij niet bevoegd is wanneer de rechter al een vonnis heeft uitgesproken. De ombudsman doet desondanks navraag bij WPI over de situatie omdat die hem bevreemd. Het verhaal van de man wordt bevestigd. De ombudsman neemt opnieuw telefonisch contact op met de man en raadt hem aan een voorlopige voorziening aan te vragen. De ombudsman is niet bevoegd verdere actie te ondernemen en gaat over tot sluiting van het dossier.