Rapporten en zaakverslagen
Van de uitkering naar de armoedeval
10-01-2018
Een alleenstaande moeder met drie kinderen werkt sinds een tijdje in de kraamzorg. Ze heeft zich uit een uitkeringssituatie gewerkt door een opleiding te volgen waarmee haar kansen op de arbeidsmarkt werden vergroot. Ze heeft geen sociaal netwerk in Nederland. Afgelopen jaar heeft de vrouw met haar nieuwe baan boven de bijstandsnorm verdiend. Hierdoor komt haar recht op de regeling tegemoetkoming meerkosten (RTM), de Stadspas en de scholierenvergoeding te vervallen. Eén van haar drie kinderen heeft ADHDH (hiervoor maakt zij aanspraak op de RTM) en voor dit kind is het van groot belang dat zij via de Stadspas kan sporten. De scholierenvergoeding die zij tot voorkort kreeg heeft zij hard nodig voor haar oudste dochter, die op het gymnasium zit. De schoolboeken en materialen zijn ontzettend duur, om dan nog maar te zwijgen over de ouderbijdrage die de school vraagt. De moeder heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzingen en voert daarbij aan dat zij onevenredig hard geraakt wordt door deze besluiten. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met haar situatie. Haar bezwaren worden ook afgewezen, om de reden dat het bijstandsminimum al op 120% getoetst wordt. Verder voert de gemeente aan dat de omstandigheden van het gezin niet bijzonder genoeg zijn om uitzondering op de regels te rechtvaardigen. De situatie waar de moeder zich in bevindt acht de ombudsman een klassiek voorbeeld van de armoedeval. Het stopzetten van de regelingen lijkt het gezin onevenredig hard te raken. De ombudsman is ook van mening dat de gemeente onvoldoende motiveert waarom zij de situatie van de vrouw niet bijzonder genoeg achten om een uitzondering op de regels te rechtvaardigen. De ombudsman vraagt de gemeente om nog eens integraal naar de gezinssituatie van de vrouw te kijken en de besluiten in heroverweging te nemen. Na enige tijd laat de gemeente weten de regelingen alsnog toe te kennen. De moeder is hier erg blij mee en de ombudsman sluit het dossier.