Een advocaat staat zijn cliënte bij in een bestuursrechtelijke procedure. Aanleiding is het feit dat het college van Burgemeester en Wethouders de vrouw een bestuurlijke boete van meer dan € 20.000,- heeft opgelegd wegens het zonder vergunning onttrekken van woonruimte. Aan het besluit ligt een door Wonen opgesteld rapport ten grondslag. De klacht die de advocaat aan de ombudsman voorlegt, richt zich op het handelen van de toezichthouders van Wonen die zijns inziens in het rapport een verkeerde voorstelling van zaken hebben gegeven. Op basis van het rapport zijn vervolgens onjuiste conclusies getrokken. De advocaat vraagt de ombudsman om deze klacht in behandeling te nemen en daarover een uitspraak te doen. De ombudsman ziet geen aanleiding onderzoek te doen. De eerste reden is procedureel van aard. De Ombudsman Metropool is een tweedelijns klachteninstelling. Dat houdt in dat men geacht wordt eerst de voorliggende klachtenprocedure van de gemeente te doorlopen. Op die manier wordt de gemeente in de gelegenheid gesteld eerst zelf nog op de klacht te reageren en gemaakte fouten te herstellen. De advocaat heeft de voorliggende klachtenprocedure nog niet doorlopen. Een tweede reden om geen onderzoek te doen is dat de ombudsman van mening is dat zijn kritiek op het rapport onlosmakelijk verbonden is met de bestuursrechtelijke procedure. De advocaat kan de bezwaren tegen het rapport in een bezwaar –en eventueel later- in de beroepsprocedure naar voren te brengen. Als een bezwaar- of beroepsprocedure aanhangig is, doet de ombudsman een stapje terug. De achterliggende gedachte is dat voorkomen moet worden dat procedures door elkaar gaan lopen. De ombudsman sluit het dossier.