Een man is ontevreden over de wijze waarop de veegploeg van het stadsdeel een stuk fietspad onder een metrostation veegt. Met grote regelmaat ligt er nog glas op dat stuk fietspad en dat zorgt volgens hem voor de nodige lekke fietsbanden. Bij het schoonmaken van de omgeving wordt volgens hem dit stuk vergeten of overgeslagen. Hij dient hier eind juni 2017 een klacht over in bij het stadsdeel. De afdeling Schoon en Heel pakt de klacht op en laat het glas dat er op dat moment ligt de volgende dag opruimen. Begin juli 2017 volgt vervolgens een inhoudelijke afdoening van de klacht. Daarin laat het stadsdeel weten de verantwoordelijk voorman te hebben gesproken en met hem is afgesproken dat hij regelmatig gaat schouwen en het fietspad zonodig laat vegen. Half augustus 2017 laat de man per mail (aan de klachtafhandelaar) weten dat er nu al weer drie weken lang glas op het fietspad ligt en het structurele probleem dus niet is opgelost. Omdat daar geen respons op komt wendt hij zich tot de ombudsman. Het stadsdeel laat aan de ombudsman weten dat er gemiddeld tweemaal in de week in dat gebied een veegploeg komt en dat het stadsdeel het beeld dat door de man geschetst wordt niet herkent. Wel is intern aan de coördinator van de afdeling verzocht om meer aandacht te besteden aan zwerfafval en glas en dit nogmaals door te nemen met de voormannen die in dat gebied werken. Het stadsdeel heeft naar aanleiding van de klacht bij de ombudsman telefonisch contact opgenomen met de man om het een en ander te bespreken. De man is tevreden met het verloop van het gesprek en de ombudsman sluit het dossier.