Een vrouw heeft een standplaats op de markt. Ze is veel afwezig vanwege ziekte. Naar aanleiding daarvan heeft het stadsdeel een brief gestuurd waarin het voornemen wordt geuit om haar marktlijstnummers door te halen. Conform de Marktverordening dient een de standplaats in een marktjaar ten minste 50% van de tijd door de vergunninghouder persoonlijk te worden ingenomen. Mevrouw heeft slechts in 9% van de gevallen persoonlijk gestaan. De vrouw wordt nog in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Mevrouw stelt echter deze brief nimmer te hebben gehad en wordt op 13 december 2017 geconfronteerd met een definitieve beslissing. Ze is het daar niet mee eens en haar partner wendt zich namens haar tot de ombudsman. De ombudsman constateert dat het besluit van 13 december 2017 nog vatbaar is voor bezwaar en adviseert de vrouw om van deze procedure gebruik te maken. Van belang is dat ze dat binnen de zes-wekentermijn doet en dat ze duidelijk maakt om welke redenen zij slechts 9% heeft kunnen staan. Ook dient aangegeven te worden waarom er niet eerder een zienswijze is ingediend, zodat er door het de gemeente een gedegen afweging kan plaatsvinden bij de beoordeling van het bezwaar. Mocht de vrouw een reactie op haar bezwaarschrift krijgen en het daar inhoudelijk niet mee eens zijn, dan kan zij zich opnieuw tot de ombudsman wenden of in beroep gaan bij de rechter.