Een vrouw beklaagt zich over de termijn van afhandeling van de bezwaar en beroepsprocedure van een kwijtscheldingsverzoek gemeentebelastingen over 2016 en 2017. Er was ruim een jaar mee gemoeid voordat het verzoek werd ingewilligd. Dat kwam volgens de vrouw omdat correspondentie niet aankwam, een klacht daarover niet werd behandeld en er niet werd gereageerd op een ingebrekestelling. De overgang naar een nieuw computersysteem blijkt voor de nodige vertragingen te hebben gezorgd. Verder kent de belastingwetgeving geen ingebrekestelling. Wel is een dergelijk signaal in bepaalde gevallen aanleiding om een verzoek met voorrang af te doen. Dat is hier niet gebeurd omdat er geen ingebrekestelling zou zijn binnengekomen. Op een verzoek van Belastingen aan de vrouw om nadere informatie wordt volgens de dienst niet gereageerd. Dan volgt een klachtbrief die wel bij Belastingen lijkt te zijn geregistreerd maar niet bij de betrokken afdeling is terecht gekomen. Bij de ombudsman blijkt ook geen afschrift van de klachtbrief te zijn binnengekomen terwijl er in de brief sprake is van een afschrift aan de ombudsman. Hoewel de rommelige gang van zaken uiteindelijk toch tot een volledige toewijzing van de kwijtscheldingsverzoeken leidt maakt Belastingen toch ruiterlijk excuses.