Een vader klaagt over de positie die gescheiden vaders hebben in de jeugdzorg. Hij voelt zich onvoldoende gehoord, er wordt niet genoeg aan waarheidsvinding gedaan. Zijn ex kwam in een Blijfhuis terecht, nadat de man na een conflict zelf de politie had gebeld. Vanaf dat moment is er niet aan waarheidsvinding gedaan, organisaties nemen informatie van eerder betrokken instanties over en er wordt onvoldoende onderzoek gedaan. Na ruim een jaar zijn zijn klachten over het Blijfhuis gegrond verklaard. Ook heeft hij (mondeling) excuses gekregen van andere instanties. Ook Jeugdbescherming staat nu meer open voor zijn verhaal en ouders zijn gestart met het programma Kinderen uit de Knel. Vader is van mening dat als hij eerder serieus gehoord was, dit allemaal sneller had gekund. Dan waren zijn kinderen minder in een loyaliteitsconflict gekomen. Probleem is nu nog dat zijn communicatie met Jeugdbescherming slecht is. Hij heeft nog geen vaste gezinsmanager en er is geen maatwerk mogelijk: hij wil communicatie graag via telefoon en face to face, maar dit kan niet (altijd). De kinderombudsman vraagt Jeugdbescherming om hun visie. Jeugdbescherming vertelt dat er binnen twee weken een gezinsmanager beschikbaar is. Jeugdbescherming toont zich zeer welwillend voor een bemiddelingsgesprek onder leiding van de kinderombudsman, omdat ook zij merken dat de communicatie soms een beetje stroef verloopt. In het bemiddelingsgesprek met de nieuwe gezinsmanager worden goede afspraken gemaakt over communicatie en het maken van een gezinsplan.