Een vrouw beklaagt zich bij de ombudsman over het uitblijven van een reactie op een door haar gestuurde brief aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel. Inhoudelijk beklaagt zij zich over overlast die zij ondervindt van buren die de straat in bezit hebben genomen met bankjes en picknicktafels. In plaats van geparkeerde auto's, zitten daar nu buren en toeristen met elkaar te borrelen tot ver in de nacht. Doordat haar slaapkamer aan de straatzijde is heeft zij hier veel last van en slaapt zij noodgedwongen in de woonkamer. Zij vraagt het stadsdeel te zorgen voor een oplossing en handhavend op te treden tegen deze overlast. Het stadsdeel laat de ombudsman weten dat er sprake is van een buurtprotest tegen de onlangs geopende, ondergrondse parkeergarage. Na de zomer wil het stadsdeel met de buurt in gesprek, maar tot die tijd wordt er niet handhavend opgetreden. Hoewel de ombudsman deze gang van zaken bevreemdt, vraagt hij mevrouw om deel te nemen aan het gesprek dat met de buurt gaat plaatsvinden. Wel heeft de het stadsdeel herhaaldelijk en met klem verzocht omte reageren op de brief die mevrouw aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel heeft gestuurd. Uiteindelijk heeft dat ook het gewenste resultaat.