Een vrouw stuurt de ombudsman een email waarin zij zegt in 2013 kwijtschelding te hebben gevraagd voor de belastingaanslag. De aanslag is toen afgewezen omdat ze geen toeslagen had aangevraagd waarop zij recht had. Ze zegt toen te hebben afgesproken dit te corrigeren en opnieuw kwijtschelding te mogen aanvragen. Vervolgens zegt ze niets meer te hebben gehoord en inmiddels kwam ook 2014 erbij. Ook voor de aanslag van 2015 heeft ze kwijtschelding gevraagd en deze is nog in behandeling. Onlangs heeft ze een brief ontvangen dat ze de aanslagen van 2013 en 2014 moet gaan betalen omdat anders de invordering wordt gestart. De vrouw kan niet bewijzen dat ze opnieuw kwijtschelding heeft gevraagd. De ombudsman heeft de vrouw verwezen naar de Sociaal Raadslieden om daar te laten beoordelen of zij nu ze naast haar arbeidsinkomen de Rijksbelastingtoeslagen ontvangt, in aanmerking kan komen voor kwijtschelding.