Een vrouw van een hulpdienst neemt contact op met de ombudsman, omdat het kwijtscheldingsverzoek dat zij voor een cliënt had ingediend bij Belastingen Amsterdam gedeeltelijk was toegekend en het bezwaar ongegrond is verklaard. De hulpverleenster blijkt ten onrechte in de veronderstelling te verkeren dat de aanvankelijk toegekende gedeeltelijke kwijtschelding daarmee ook was komen te vervallen. Toch blijft zij het vreemd vinden dat de kwijtschelding net als voorgaande jaren niet volledig is toegekend. Het blijkt dat de WAO-uitkering van haar cliënt in het afgelopen jaar iets is verhoogd en hij daarom niet meer voor volledige kwijtschelding in aanmerking komt.