Mevrouw C. stuurt de ombudsman een e-mail waarin zij zegt dat de relatie met haar buurvrouw zodanig is dat zij zich niet meer veilig voelt in haar woonomgeving. Naar haar mening moet de buurvrouw gedwongen verhuizen omdat zij zich agressief gedraagt. Een half jaar geleden heeft er een incident plaatsgevonden tussen beiden en heeft mevrouw C. aangifte gedaan. Zij heeft de indruk dat er geen aandacht is voor haar situatie en niets wordt gedaan om verbetering te bewerkstelligen. Op basis van deze informatie doet de ombudsman navraag. Van het gemeentelijk Meldpunt Zorg en Woonoverlast, dat samenwerkt met zowel de verhuurder als de politie, verneemt de ombudsman dat er met meerdere professionals gezocht wordt naar het beheersbaar maken en houden van de woonsituatie voor beide partijen. Het uitgangspunt daarbij is dat mevrouw C. en haar buurvrouw blijven wonen waar ze wonen en dat daartoe afspraken gemaakt moeten worden omdat mogelijk te maken. De ombudsman heeft mevrouw C. dan ook laten weten dat er op dit moment geen rol voor hem is weggelegd, maar dat zij in een later stadium altijd opnieuw de situatie aan hem kenbaar kan maken.