Een maatschappelijk werkster vraagt de kinderombudsman om mee te denken over dreigende dakloosheid van een gezin. Een Afrikaanse moeder met drie kinderen is sinds een jaar in Nederland. De twee oudste kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit, door een Nederlandse vader. Het contact met deze vader is verbroken. De moeder heeft een Nederlandse verblijfstatus. Bij aankomst in Nederland zijn ze in Almere gaan wonen, via kamerhuur bij een particulier. Omdat ze daar niet lang konden blijven trok ze in bij kennissen in Amsterdam. Daar moeten ze binnenkort ook weg omdat het te druk is. Met de dreigende dakloosheid heeft de vrouw contact gezocht met de GGD Flevoland. De vrouw heeft haar inschrijfadres nog bij de particulier in Almere, daarom gaat ze er van uit dat Almere haar en de kinderen zal opvangen bij dakloosheid. GGD Flevoland stelt echter dat ze in Amsterdam moet worden opgevangen omdat daar meer binding is (schoolgang kinderen, werk en de plek waar ze daadwerkelijk verblijft). Meldpunt Dakloze gezinnen Amsterdam stelt dat ze noodopvang willen verstrekken indien mevrouw meewerkt aan terugkeer naar Ghana of elders in Nederland. Uitstroom in Amsterdam is niet mogelijk. Mevrouw wil niet terug wil naar Ghana, vanwege de toekomst van de (Nederlandse) kinderen. Ze wil wel buiten de regio wonen. Ze staat al ingeschreven in Woningnet en in Woonmatch. De kinderombudsman brengt de maatschappelijk werkster in contact met de afdeling Wonen, om te overleggen op welke manier mevrouw het best kan worden begeleidt naar een woning buiten de regio.