Een vrouw en een gehandicapte man wonen op de derde etage. Zij vragen meerdere malen een traplift aan en een elektrische deuropener. Deze wordt afgewezen omdat een verhuisvergoeding vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) goedkoper is. De vrouw geeft aan dat de buren wel een traplift hebben gekregen naar de derde etage. De ombudsman geeft aan dat een traplift naar de derde etage in principe niet mogelijk is, dus dat er waarschijnlijk sprake is van een uitzonderlijke situatie. De ombudsman adviseert de vrouw om een klacht in te dienen bij de gemeente Amsterdam om te vragen waarom er bij de buren wel een traplift is geplaatst, maar de ombudsman ziet vooralsnog geen reden om de zaak verder te onderzoeken.