Een vrouw vraagt een parkeervergunning aan voor een gebied waar een zogenaamd nulplafond van kracht is. Dit betekent dat er geen parkeervergunningen worden afgegeven voor het betreffende gebied. De aanvraag wordt daarom afgewezen. Zij legt dit voor aan de ombudsman. Deze kan niets voor de vrouw betekenen omdat de afwijzing conform het parkeerbeleid is en de ombudsman niet bevoegd is het beleid te beoordelen.