Een Amsterdamse met een baan en een kleine aanvullende uitkering krijgt een brief van de sociale dienst van Amsterdam (WPI) die uit één zin bestaat: "Kunt u nog een keer het nummer van uw OV-chipkaart doorgeven?" Ze heeft geen idee waar dit over zou kunnen gaan en heeft een slechte relatie met de persoon die de brief heeft gestuurd. Ze vertrouwt de gemeente niet echt en voelt zich geïntimideerd. Ze schakelt daarom de ombudsman in. De ombudsman stelt voor om het klachtenteam van WPI om een toelichting te vragen. Daarmee kan ze leven. Het klachtenteam neemt contact op en later ook de medewerker die de brief heeft gestuurd. Ze spreken af dat mevrouw ook een anonieme OV-chipkaart voor haar woon-werkverkeer mag gebruiken. De gemeente zal zorgen dat er iedere maand geld op wordt overgemaakt om reiskosten te dekken. Daarmee is het rond voor de vrouw.