De bijstandsuitkering van een vrouw is beëindigd. Tegen dit besluit heeft haar advocaat een bezwaarschrift ingediend en de vrouw heeft vervolgens weer een bijstandsuitkering aangevraagd. De gemeente heeft niet op deze aanvraag gereageerd. De vrouw dient nogmaals een aanvraag in en stelt, op basis van de datum van de eerdere aanvraag, de gemeente in gebreke. De gemeente reageert opnieuw niet op deze aanvraag en zij besluit contact op te nemen met de ombudsman. De ombudsman constateert dat er sprake is van een lopende bezwaar- en beroepsprocedure, maar dat de vrouw al ruim 8 weken zonder inkomen leeft. Dit is schrijnend, omdat de vrouw in de schulden is geraakt vanwege het ontbreken van de uitkering. De gemeente laat weten dat de eerste aanvraag te vroeg zou zijn ingediend, omdat de uitkering toen nog niet was beëindigd. De ingebrekestelling is in behandeling genomen. De vrouw zou volgens de gemeente niet op het verzoek om informatie gereageerd hebben. Het niet toesturen van de gevraagde stukken staat het toekennen van een voorschot in de weg. De ombudsman vraagt de brief op en stuurt die direct door naar de vrouw. De vrouw laat weten dat het adres niet klopt en deze brief haar daarom niet heeft bereikt. De stukken stuurt zij direct door. Gelet op deze omstandigheden besluit de gemeente een voorschot toe te kennen en haar aanvraag te beoordelen. De ombudsman sluit het dossier.