Rapporten en zaakverslagen
Het bezwaar tegen de aanmaningskosten van een parkeerbon
28-06-2019
Een heer uit het oosten van het land meldt de ombudsman dat hij een aanmaning met bijkomende kosten heeft ontvangen voor de achterstallige betaling van een opgelegde naheffingsaanslag (nha) parkeerbelasting. Hij betwist de nha op zich niet maar stelt die nooit te hebben ontvangen. Hij maakt bezwaar tegen de aanmaningskosten hoewel er onder de kop “Bezwaar tegen de kosten van deze aanmaning” in het aanmaningsbericht staat te lezen dat “Als bezwaar kunt u niet aanvoeren dat u de vordering(en) niet hebt ontvangen”. Het bezwaar wordt toch gegrond verklaard. Uit onderzoek blijkt dat dit is gebaseerd op artikel 7 lid 2 van de Kostenwet invordering rijksbelastingen. Dat luidt: “2. Het bezwaar- of beroepschrift kan niet zijn gegrond op de stelling dat het aanslagbiljet, de aanmaning, het op de voet van artikel 13, derde lid, van de Invorderingswet 1990 betekende dwangbevel of de schriftelijke mededeling, genoemd in artikel 27, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 niet is ontvangen, tenzij degene van wie de kosten worden gevorderd aannemelijk maakt dat ontvangst redelijkerwijs moet worden betwijfeld.” Op grond van deze tenzij-overweging in het artikel is de man in dit geval het voordeel van de twijfel gegund. In het kader van de plicht tot volledige informatieverstrekking verdient het aanbeveling het hele lid 2 van artikel 7 te citeren in de aanmaning.