Een vrouw uit Amsterdam belt de ombudsman met het volgende. Naar aanleiding van een ingebrekestelling heeft ze een dwangsom van € 80 toegekend gekregen. Het juridisch bureau van haar gemeente stelt nu dat ze, alvorens ze dit kunnen overmaken, een kleurkopie van haar bankpas moet sturen. Mevrouw heeft van haar bank vernomen dat dit onzin en bovendien fraudegevoelig is, en het zit haar dan ook niet lekker dat ze deze gegevens moet opsturen. Ze komt niet verder met het Juridisch Bureau en ze leggen haar ook niet uit waarom dit dan zou moeten. Er wordt alleen gesteld dat dit een eis van de gemeente is. In eerste instantie laat ook het klachtenteam de ombudsman weten dat dit de eis is omdat de gemeente hiermee fraude door burgers wil voorkomen. Op het feit dat de bank de vrouw afraadt om aan deze eis tegemoet te komen wordt niet ingegaan. Dan wordt de ombudsman gebeld door de verantwoordelijke teammanager. Deze heeft begrip voor het standpunt van mevrouw en zegt toe het met de collega's van de afdeling financiën op te nemen. Deze laten de vrouw weten het bankrekeningnummer en de tenaamstelling op een andere manier bij haar te zullen controleren, en dat de dwangsom zal worden overgemaakt zonder dat de kleurenkopie van de bankpas opgestuurd moet worden. Er wordt een uitzondering op de regel gemaakt omdat, zo stelt de gemeente, het hier een dwangsom betreft. De vrouw is hierover zeer verheugd en de ombudsman sluit het dossier.