Belastingen Amsterdam maakt diverse fouten bij de beoordeling en de afwijzing van een kwijtscheldingsverzoek van een student. Zijn vader roept de directeur schriftelijk ter orde. De brief wordt als een klacht beschouwd en naar de afdeling Kwijtschelding gestuurd ter behandeling. Deze afdeling neemt contact op met de zoon en biedt excuses aan voor de fouten. Het benaderen van de zoon en niet hem schiet de vader in het verkeerde keelgat. Bovendien steekt het hem dat de afwijzing van het kwijtscheldingsverzoek niet is gemotiveerd. Hij verwijst daarbij naar de aanbeveling van de ombudsman in een recente kwartaalrapportage. De vader heeft genoeg van wat hij noemt de chaos bij Kwijtschelding en meldt dit bij het Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam. Over het niet onderbouwen van de afwijzing van het kwijtscheldingsverzoek vraagt hij de ombudsman of het zinvol is daarover een klacht bij hem in te dienen. De ombudsman raadt vader aan eerst in administratief beroep te gaan tegen het besluit op het kwijtscheldingsverzoek en daarin het motiveringsgebrek aan te kaarten. Mocht de man niet tevreden zijn met de reactie op het beroep kan hij de ombudsman weer inschakelen.