Rapporten en zaakverslagen
Onenigheid gescheiden ouders over adres van hun kind
03-07-2019
Een man en zijn ex-vrouw zijn al langere tijd gescheiden. Ze hebben samen twee kinderen waar ze beiden gezag over hebben. Ze genieten co-ouderschap en hebben daarom de zorgtaken gelijkelijk verdeeld. Eén van de kinderen staat bij de moeder ingeschreven en de andere bij de vader. Zonder dat de vader hiervan op de hoogte was heeft de moeder het kind dat bij vader ingeschreven stond laten inschrijven op haar adres. De man heeft een klacht ingediend bij de gemeente Amsterdam en verwijst daarbij naar het Burgerlijk Wetboek. De gemeente had zijn toestemming of vervangende toestemming van de rechter moeten vragen en had volgens hem niet zomaar alleen op het verzoek van moeder mogen handelen. Deze klacht is nog in behandeling, maar de man benadert alvast de ombudsman omdat hij zich ernstig zorgen maakt over eventuele toeslagen die teruggevorderd kunnen worden. De inschrijving is nog niet gerepareerd omdat de gemeente wil dat de betrokken gezinsvoogd van Jeugdbescherming nu aangeeft waar de kinderen dienen te worden ingeschreven. De reden hiervoor zijn zorgen over een zogenaamd pingpongeffect, waarbij kinderen tussen verschillende adressen worden overgeschreven. De ombudsman legt de man uit dat het artikel waar hij naar verwijst, over de (vervangende) toestemming, niet van toepassing is. Dit geldt tussen gezaghebbende ouders onderling. In de Wet basisregistratie personen geldt voor de gemeente dat het volstaat dat één gezaghebbende ouder een verhuizing doorgeeft. Het is wel zo dat de gemeente de mogelijkheid heeft om een inschrijving te onderzoeken inden zij een situatie zorgelijk acht. Zij kan daartoe aanleiding zien als er bijvoorbeeld een kind van de ene ouder bij de ander wordt ingeschreven, maar soms is een dergelijke verhuizing legitiem. Dit besluit zal altijd afhangen van een concrete situatie. Het is daarom toch belangrijk om de klachtafhandeling door de gemeente in deze af te wachten, omdat het ook voor de ombudsman lastig is om hier een algemeen oordeel over te hebben. Dit temeer nu de man geen problemen zal krijgen met de Belastingdienst indien de inschrijving wordt teruggedraaid. Omdat er sprake is van een kinderbeschermingsmaatregel laat de gemeente de beslissing over bij wie het kind dient te zijn ingeschreven bij de gezinsvoogd. Dit acht de ombudsman passend. De ombudsman vraagt de man derhalve de uiteindelijke klachtafhandeling door de gemeente en het besluit van de gezinsvoogd af te wachten.