Een man wendt zich per brief zowel tot de ombudsman als tot de Dienst Belastingen met betrekking tot zijn verzoek om kwijtschelding en een vordering van de dienst. De ombudsman doet navraag bij de dienst en ontvangt een cc van de reactie van de dienst aan de man. Daaruit blijkt dat zijn verzoek om kwijtschelding is afgewezen omdat hij niet de juiste gegevens heeft verstrekt. De dienst neem het verzoek opnieuw in behandeling en vraagt de man alsnog het gevraagde toe te zenden. De invordering wordt in afwachting daarvan weer even stopgezet. De ombudsman stuurt de cc naar de man toe met het advies zo spoedig mogelijk het gevraagde aan de dienst te leveren. De ombudsman sluit het dossier.