Een man is al drie maanden bezig om het dubbel betaalde parkeergeld terug te krijgen van de gemeente. Nadat hij naar zijn zeggen onbeleefd te woord is gestaan aan de telefoon is de maat voor hem vol. Hij dient een klacht in bij Parkeerbeheer en stelt de ombudsman hiervan op de hoogte. Kort daarop wordt zijn restitutieverzoek afgewezen met als argument dat op zijn kenteken geen dubbele betaling is geregistreerd. De ombudsman verzoekt de dienst de betaalbewijzen van de man nog eens te vergelijken met hun eigen registratie. Omdat de man niets meer van zich laat horen neemt de ombudsman aan dat de klacht is opgelost.