Een vrouw heeft eind 2017 een boete ontvangen omdat ze haar vuilnis op dinsdagavond op straat had gezet terwijl de gemeente het afval pas woensdag ophaalt. Ze zag geen mogelijkheid haar vuilnis woensdag buiten te zetten. Ze moest  dinsdagavond met spoed naar het ziekenhuis waar haar man op sterven lag. Dit heeft de vrouw ook verteld aan de handhaver die de boete uitschreef. De vrouw heeft een bezwaarschrift ingediend tegen de boete maar hierop heeft ze nooit een reactie ontvangen. Begin december 2018 wordt mevrouw uiteindelijk gebeld door een medewerker van handhaving, die haar voorstelt samen in gesprek te gaan met de handhaver die destijds de boete heeft gegeven. Hoewel de vrouw het raar vindt dat dit pas na een jaar wordt voorgesteld geeft ze aan graag in gesprek te willen. Eind december heeft ze nog niets vernomen van handhaving. Ze legt haar klacht voor aan de ombudsman. Deze neemt contact op met handhaving en vraagt alsnog een afspraak te maken met mevrouw. Dat gebeurt. Inmiddels heeft de vrouw contact gehad met de afdeling Incasso, waar ze overigens totaal geen medewerking heeft gekregen. Mede hierdoor heeft de vrouw besloten de boete te betalen en de afspraak met handhaving te annuleren. De gemeente heeft aan mevrouw excuses aangeboden voor de gang van zaken en hiermee is de zaak voor mevrouw afgesloten. De ombudsman sluit het dossier.