Een vrouw heeft ambulante begeleiding en huishoudelijke hulp van Cordaan. Ze is hierover ontevreden, zo wisselen de mensen steeds en krijgt ze ook weleens een tijdje geen hulp. Ze wil op den duur over naar een andere organisatie. Dat kan op dat moment niet. Vanuit Cordaan wordt besloten een nieuwe vaste ondersteuner aan te stellen; na de kennismaking vertrekt die medewerker echter naar een andere baan. Vanaf dat moment ontvangt de vrouw geen hulp. De vrouw dient een klacht in met behulp van Cliëntenbelang. Er volgt na het klachtgesprek een periode van onduidelijkheid over welke organisatie de ondersteuning zal leveren. De vrouw is ook wisselend in haar wensen hierover. Gevolg is dat er de weken daarna nog steeds geen ambulante ondersteuning wordt opgestart. Dat terwijl de vrouw wel hulp nodig heeft en er enkele financiële zaken spaak lopen. De ombudsman verzoekt Cordaan om de hulp nu toch snel te starten. De vrouw gaat ook akkoord met het feit dat zij de hulp blijven leveren. Daarna volgt er snel een huisbezoek en worden er nieuwe samenwerkingsafspraken gemaakt.