Rapporten en zaakverslagen
Lotingleed van een brugklasser
02-08-2019
Ouders vragen de kinderombudsman om een interventie. Hun kind is niet binnen de top 5 van zijn voorkeurslijst van middelbare scholen geplaatst en ervaart hier ernstige klachten van. Het kind is nu op een school geplaatst waar het helemaal niet goed gaat. Ze maken bij het schoolbestuur bezwaar tegen deze plaatsing, dat echter wordt afgewezen. Er ontstaat op dat moment wel een mogelijkheid om het kind op twee andere scholen in te schrijven. Het kind kijkt op beide scholen mee, maar vanwege de klachten heeft het kind meer tijd nodig dan de scholen eigenlijk willen geven. Ze maken daarom een snelle keus, maar het gaat niet beter met het kind. Het gezin verwacht dat het op de school waar een broer zit beter zal gaan. Ouders hebben ook een klacht ingediend bij de landelijke klachtencommissie onderwijs (LKC). De klacht wordt daar mondeling behandeld en ongegrond verklaard. De kinderombudsman heeft geen bevoegdheid om iets aan het resultaat van de loting en matching in individuele gevallen te veranderen. Ze neemt deze zaak wel mee als voorbeeld in haar gesprekken met de OSVO (Samenwerkingsverband van schoolbesturen in het voortgezet onderwijs) over de grote problemen die het loting- en matchingsysteem kan veroorzaken. Daarbij is vooral van belang dat een integrale klachtenprocedure, waarbij gekeken wordt naar het kind en wat het nodig heeft, ontbreekt.