Een opvanghuis benadert de ombudsman wegens een moeder die al 5 jaar met haar kinderen op één kamer verblijft. Eén van de kinderen heeft nog geen geboorteakte en daarom geen verblijfsstatus. De andere kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit. De vrouw heeft een verblijfsvergunning op basis van de nationaliteit van haar kinderen. Omdat ze thuis bevallen is zonder hulp, krijgt ze niet zomaar een geboorteakte van haar kind. De gemeente wil meer bewijs hebben dat het meisje ook daadwerkelijk in Amsterdam geboren is. Een rechter moet daar maar over beslissen. De rechtszaak is echter pas maanden later gepland. Dit terwijl de situatie in het opvanghuis steeds nijpender wordt. Zo moet de oudste dochter die in de tweede klas van het gymnasium zit noodgedwongen vaak ’s nachts haar huiswerk maken. Het gezin komt in aanmerking voor een urgentieverklaring, maar krijgt geen huurtoeslag zolang het meisje nog geen geboorteakte en verblijfsvergunning heeft. Zonder toeslagen kunnen ze geen sociale huurwoning huren. Het Samen Doen wijkteam en het Maatwerk Ontwikkelteam komen met een voorstel om – indien er een woning is, maar nog geen toeslagen- de huurtoeslag voor te schieten in de vorm van woonkostentoeslag. Wanneer de dochter een status krijgt, zal het gezin namelijk met terugwerkende kracht huurtoeslag kunnen ontvangen. Maar de afdeling Wonen wil aanvankelijk toch wachten op de verblijfsvergunning voor het oudste kind. De kinderombudsman doet navraag bij de afdeling Basisinformatie en de advocaat van moeder. De ombudsman verneemt dat het Openbaar Ministerie al heeft laten weten in principe mee te gaan in het verzoek van mevrouw. Die procedure lijkt daarmee een formaliteit te zijn. De advocaat heeft daarnaast bezwaar aangetekend tegen de afwijzing van de IND van de aanvraag van een verblijfsvergunning voor dochter. De enige hindernis is hier het ontbreken van het geboortebewijs. Die vergunning zal naar alle waarschijnlijkheid worden toegekend op het moment dat het geboortewijs wordt afgegeven. Hangende het bezwaar is dochter nu legaal in de zin van de Vreemdelingenwet. De kinderombudsman legt het verzoek nogmaals voor aan Wonen. Die blijken dan toch bereid een urgentiebewijs af te geven, waarin ze een eenmalig aanbod doen voor een woning. Het gezin is erg opgelucht.