De heer W. heeft per abuis zijn parkeervergunning opgezegd. Omdat de gemeente laat weten dit niet meteen te kunnen herstellen, ziet hij zich genoodzaakt een weekkaart te kopen. Na tien dagen is zijn vergunning hersteld, maar zijn de kosten voor de weekkaart worden niet vergoed. De heer W. verzoekt de ombudsman te bewerkstelligen dat hij alsnog deze uitgave terugbetaald krijgt. De ombudsman neemt contact op met de heer W. en verneemt dat de opnieuw toegekende vergunning niet alsnog de hele maand bestrijkt, maar pas is ingegaan op de 10e van de maand. Van een dubbele betaling is dan ook geen sprake en voor het overige is er in de ogen van de ombudsman onvoldoende aanleiding om coulance te vragen voor de kosten van de weekkaart.