Een man belt de ombudsman. Hij is niet tevreden over zijn huidige klantmanager en heeft over hem een klacht ingediend en tegelijkertijd om een nieuwe verzocht. Omdat zijn klacht zijns inziens niet behoorlijk wordt behandeld dient hij daarover een klacht in bij de ombudsman. Zijn ontevredenheid is nog vergroot nu hij voor de tweede keer in twee maanden via een zogenaamde "Hoe gaat het" brief is uitgenodigd voor een gesprek met zijn klantmanager. De man wil niet naar dat gesprek zolang zijn klacht niet naar behoren is afgehandeld. De ombudsman vraagt de gemeente om uitstel van het gesprek totdat de klacht van de man is onderzocht door de ombudsman. De gemeente reageert hier heel snel en welwillend op. De ombudsman informeert de man en sluit het dossier op dit onderdeel.