Rapporten en zaakverslagen
Afspraken over huurverhoging voormalig gemeentepand
03-10-2019
Een vrouw woont in een appartement dat tot 2010 in eigendom was van de gemeente. De gemeente heeft het daarna aan een ondernemer verkocht die het pand heeft gerenoveerd. Sindsdien huurt de vrouw het appartement van de ondernemer. De vrouw heeft destijds met de gemeente afgesproken dat de huur onder de huurgrens van de vrije sectorhuurwoningen aan haar zou worden verhuurd. Volgens de vrouw is toen ook afgesproken dat de huur nooit boven de huurgrens zou uitkomen. Dit staat echter niet in de huurovereenkomst. Inmiddels is het appartement al drie keer doorverkocht. De huidige eigenaar en verhuurder wil de huur zodanig verhogen dat het appartement in de vrije huursector terecht komt. De vrouw staat op het punt om een civiele rechtszaak tegen de verhuurder te beginnen en wil dat de ambtenaar die destijds bij de onderhandeling was betrokken verklaart dat het de intentie van de gemeente was dat de huurprijs voor altijd onder de huurgrens zou blijven. De betreffende ambtenaar heeft al tegenover de vrouw verklaard dat over de begrenzing van het huurprijsniveau nooit is gesproken. De vrouw legt de zaak aan de ombudsman voor die een onderzoek instelt. De betrokken ambtenaar herhaalt dat er volges hem nooit is gesproken over definitieve begrenzing van het huurprijsniveau. Zijn beleving wijkt daarmee af van die van de vrouw. Omdat er geen stukken zijn die de doorslag kunnen geven, kan de ombudsman niet vaststellen wat er destijds is afgesproken (nog afgezien van de vraag of de vrouw daarmee geholpen zou zijn). Om deze reden sluit de ombudsman het dossier.