Een moeder en een zoon, beiden met een psychische beperking, wonen samen in een zelfstandige woning. Het gaat regelmatig mis in huis waardoor er regelmatig geweld plaatsvindt. De dreiging van geweld is constand aanwezig. Hierover zijn meldingen gemaakt bij Veilig Thuis. De zoon doet een aanvraag voor de maatschappelijke opvang maar hier werd door de GGD een negatief besluit voor opgemaakt. Er is een mogelijkheid om hiertegen bezwaar in te dienen maar hier wordt door moeder en zoon niet tijdig gebruik van gemaakt. Gelet op de psychische beperkingen van moeder en zoon vraagt de ombudsman om het bezwaar alsnog in behandeling te nemen. De ombudsman sluit vervolgens het dossier.