Een man constateert dat de woning van een van zijn buren in strijd met wet en regelgeving via AirBnB wordt verhuurd. Hij meldt dit bij de wethouder en de afdeling Woonfraude zonder vermelding van het betreffende adres. Wonen reageert op de brief en vraagt de man om de adresgegevens. Wonen informeert de man over de verschillende mogelijkheden om een melding te doen. De man kan zich er niet in vinden dat Wonen niet zelf met hem contact hierover opneemt. Hij wendt zich tot de ombudsman en doet verder zijn beklag over de onbereikbaarheid van de afdeling Woonfraude. De ombudsman vraagt Wonen om met de man in gesprek te gaan over zijn melding woonfraude. De man bedankt voor de uitnodiging en laat weten dat hij het probleem al zelf heeft opgelost. De ombudsman sluit het dossier.