Rapporten en zaakverslagen
Een rekening voor bestaande parkeerpaal
07-10-2019
Een Amsterdammer komt in oktober 2016 in aanmerking voor een gehandicaptenparkeervergunning. Hij ontvangt geen kaart om in de auto te leggen, want zijn auto wordt digitaal gecontroleerd. Eind oktober 2016 krijgt hij zijn parkeerkaart en wordt hem een individuele gehandicaptenparkeerplaats toegewezen. In de maanden die volgen ontvangt hij zowel een rekening voor de gehandicaptenparkeerkaart (€180.10) als een rekening voor het plaatsen van een parkeerpaal van €344,40. De man protesteert direct tegen deze rekening omdat er helemaal geen nieuwe paal is geplaatst. De paal, die waarschijnlijk van een buurvrouw was stond er namelijk al. Er werd alleen een plaatje met het kenteken van meneer op geplakt. De man krijgt echter geen antwoord van de gemeente. In april 2017 ontvangt hij wederom de nota van €344,40, en hij tekent hier opnieuw protest tegen aan. In mei en juli 2017 gebeurt hetzelfde, zonder dat de man een inhoudelijke reactie van de gemeente ontvangt. Wel wordt hem medegedeeld dat de administratie van de gemeente is veranderd. Anderhalf jaar verstrijkt zonder dat de man iets hoort van de gemeente. Begin februari 2019 vindt de man een dwangbevel op zijn deurmat. Woedend neemt hij contact op met de gemeentelijke belastingdienst en heeft een uitvoerig gesprek met de dienst. Vervolgens blijft het weer stil. Op 8 juni 2019 wordt hem een nieuwe aanmaning van €351.40 toegezonden. De man wendt zich tot de ombudsman voor bemiddeling. Omdat op zijn klacht nooit een reactie is gekomen, draagt de ombudsman de klacht warm over aan de afdeling Dienstverlening en de dienst Belastingen. Dit heeft als resultaat dat het bedrag wordt gecrediteerd. De man hoeft alleen te betalen voor het wijzigen van het kenteken. Mocht de man nota’s die vanuit Belastingen zijn verstuurd hebben betaald dan zullen deze worden terugbetaald. Het dossier wordt gesloten.