Een bewoner van de Vondelparkbuurt dient een klacht in over het doorknippen van zijn fietsslot. Zijn fiets was niet voorzien van een zogenaamde verwijderingssticker. Daarmee wordt de eigenaar gewaarschuwd dat de fiets verwijderd zal worden omdat die niet wordt gebruikt, verwaarloosd is of ergens staat waar deze niet mag staan. Het fietsslot bleef naast zijn fiets liggen. Hij sprak mensen die in de betreffende week handhavers van de gemeente bezig zagen om fietsen uit het rek waar zijn fiets ook stond te verwijderen. Volgens hem is er sprake van een fout. Het slot is per abuis weggeslepen en toen bleek dat de fiets niet gestickerd was heeft men het slot bij de fiets achtergelaten. Hij verlangt daarom een schadevergoeding. Zes weken later heeft de gedupeerde man nog niets gehoord van de gemeente op zijn klacht en neemt telefonisch contact op met haar. Stadsdeel Zuid heeft zijn klacht ontvangen en deelt hem mondeling mee dat hij geen recht heeft op een schadevergoeding. Het fietsteam neemt namelijk verkeerd geparkeerde fietsen met doorgezagen slot mee naar het fietsdepot. De man is het niet eens met de reactie van de gemeente en stelt de ombudsman op de hoogte van zijn klacht. Deze vraagt de man de schriftelijke reactie op zijn klacht van de bevoegde ambtenaar, die hem in het telefonische gesprek is toegezegd , af te wachten. Mocht het stadsdeel vasthouden aan zijn mening dan kan de man opnieuw de ombudsman benaderen. De ombudsman heeft na een maand nog niets vernomen van de man en gaat ervan uit dat het geschil is opgelost.