Een vrouw uit Almere heeft een gecombineerde belastingaanslag  ontvangen. Deze betaalt zij precies op de vervaldatum. Een maand later ontvangt de vrouw toch een aanmaning, omdat zij niet het volledige bedrag betaald zou hebben. Op de aanmaning wordt volgens de vrouw ook ineens een heel ander bedrag genoemd (€ 813,- ) dan op de aanslag (€ 774,-). Er wordt in de aanmaning dringend verzocht om het bedrag met spoed te betalen, alsmede de daarbij gekomen aanmaningskosten. De vrouw mist dit bericht en ziet pas het daaropvolgende dwangbevel. Met dit dwangbevel komt er nog eens € 41,- bij het verschuldigde totaalbedrag. De vrouw betaalt om verdere problemen te voorkomen, maar maakt ook bezwaar. Ze heeft gewoon het volledige bedrag betaald en er komen nu onterecht allemaal kosten bij. De gemeente reageert dat de gecombineerde aanslag € 813,- euro was, en zij ‘slechts’ € 774,- betaald heeft. Ondanks de aanmaning heeft ze het resterende bedrag niet overgemaakt en daarom zullen de kosten van de aanmaning en het dwangbevel niet teruggestort worden. De vrouw schrijft de ombudsman en stuurt de aanmaningen die het betreffen mee. De ombudsman vraagt bij de gemeente na hoe het komt dat er verschillende bedragen worden genoemd op de aanslag en de daaropvolgende aanmaning en dwangbevel. De gemeente wijst de ombudsman er op dat het aanslagen van verschillende jaren betreft. De eerste aanslag betreft 2018, en die van daarna 2019. Dit had ook de ombudsman over het hoofd gezien. Wel ziet de gemeente dat de vrouw altijd keurig en op tijd haar gemeentebelastingen betaalt. De gemeente houdt het daarom op een vergissing. De gemeente zal de kosten van de aanmaning en het dwangbevel aan de vrouw retourneren. De ombudsman dankt de afdeling voor de coulante opstelling. Hij koppelt het terug aan de vrouw. Nu zij tevreden is met de uitkomst sluit hij het dossier.