Een oudere vrouw uit Amstelveen vraagt een parkeervergunning aan voor gehandicapte bezoekers met vast kenteken. De gemeente Amsterdam wijst deze aanvraag af, omdat zij niet over een op naam gesteld kentekenbewijs beschikt. Met andere woorden: de auto waarvoor zij de vergunning aanvraagt, staat niet op haar naam. In bezwaar voert de vrouw aan dat het voertuig op naam staat van haar geregistreerd partner met wij zij een huishouden en ook deze auto deelt. De reden dat zij de auto niet op haar naam overzetten, is dat hij dan zijn opgebouwde schadevrije jaren zal kwijtraken. Tot slot voert de vrouw aan dat zij het moeilijk vindt om iedere keer via haar mobiel het kenteken aan te melden. De gemeente verklaart het bezwaar ongegrond, omdat zij in de aangevoerde argumenten geen aanleiding ziet om van de regels af te wijken. De vrouw kan een parkeervergunning voor gehandicapte bezoekers met wisselend kenteken aanvragen. Het paar wendt zich tot de ombudsman. Die oordeelt dat het verzoek geen aanknopingspunten biedt voor onderzoek. Het bezwaar is uitvoerig behandeld en ook is gekeken naar een hardheidsclausule. De beslissing komt de ombudsman daarom niet onredelijk voor.