Een man vraagt de ombudsman om hulp. Hij vindt dat hij beledigd en gediscrimineerd wordt op het taallestraject van de Rotary (ingekocht door de gemeente Amsterdam). Daarbij is hij het niet eens met de klachtafhandeling van de gemeente. De man vertelt dat de andere deelnemers voorgetrokken worden door de docent, die een voorkeur heeft voor Afrikaanse vrouwen. Hij vindt dat hij achtergesteld wordt omdat hij van Spaanse komaf is. De ombudsman ziet een onbehoorlijkheid in de termijn die gemoeid was met de afhandeling van de klacht en zal dat met de dienst bespreken. Verder verwijst hij de man door naar het Meldpunt Discriminatie. De man is blij met het advies en de doorverwijzing. De ombudsman sluit het dossier.