Een man heeft de gemeente gevraagd om naar de hoogte van zijn uitkering te kijken. Volgens de man zou hij te weinig bijstandsuitkering ontvangen. Dit werd volgens de man niet serieus genomen, omdat het enkel bij telefonisch contact bleef met zijn klantmanager. Tot zijn verbazing ontvangt de man, een jaar later na deze melding, schriftelijk bericht. De man krijgt naar aanleiding van een herberekening een nabetaling. Hij vindt dat de gemeente te laat is, omdat hij een jaar lang structureel van een laag inkomen heeft moeten leven. Hij is boos en dient een klacht in, waarin hij de gemeente tevens vraagt om een ander klantmanager. In de tussentijd verhuist de man en krijgt hij een andere klantmanager. Drie maanden na de klacht neemt de gemeente contact op met de man. Er worden excuses aangeboden en uitgelegd waarom er zo laat op zijn klacht is gereageerd. De gemeente begrijpt dat het verzoek om een nieuwe klantmanager niet nodig is nu hij al een andere klantmanager heeft. De man is in het gesprek weer erg boos. De ombudsman begrijpt dat de gemeente het gesprek niet verder met de man kon voortzetten. Ook de man bevestigt dat hij te ver is gegaan en snapt dat de medewerker het gesprek heeft beëindigd. Nu de claim voor een schadevergoeding in behandeling is genomen, adviseert de ombudsman te wachten op een antwoord van de gemeente.